6.30 Schattingen en oordeelsvorming door het management

De verantwoordingsinformatie in de jaarrekening is deels gebaseerd op schattingen en veronderstellingen. De Groep maakt deze schattingen en doet veronderstellingen ten aanzien van de toekomst. Deze zijn onder andere gebaseerd op ervaringen en verwachtingen over toekomstige gebeurtenissen zoals deze zich, naar de huidige stand van zaken, redelijkerwijs kunnen voordoen. Deze schattingen en veronderstellingen worden continu geëvalueerd.

De herziening van of afwijkingen van schattingen en veronderstellingen ten opzichte van de daadwerkelijke uitkomsten, kunnen leiden tot materiële aanpassing van de boekwaarde van activa en verplichtingen.

Naast de reeds in de waarderingsgrondslagen (paragraaf 5) en de toelichtende paragrafen (6.1 tot en met 6.29) uiteengezette schattingselementen worden hieronder de belangrijkste elementen van schattingsonzekerheden toegelicht.

Macro economische ontwikkelingen

Het huidige economische klimaat wordt gekenmerkt door veel onzekerheden en is het uitvloeisel van hoge inflatie, verhoogde rentes, geopolitieke risico’s en de resterende gevolgen van de pandemie.

In de bouwbranche zijn de inkoopprijzen over de hele linie afgelopen jaar gestegen en staat de beschikbaarheid van materialen en arbeid onder druk. Vooral energie en halffabricaten zijn substantieel duurder dan vorig jaar. De Groep neemt daarom geen grotere werken of werken met een langere uitvoeringsperiode zonder indexeringsafspraken aan. In 2022 is de Groep er in geslaagd om de hogere inkoopkosten op basis van indexeringsafspraken grotendeels door te berekenen in de verkoopprijzen van onze producten en diensten.

Vanwege het feit dat de Groep gedurende het jaar een netto kaspositie heeft, hebben de gestegen rentes een positief effect gehad op het saldo van de interestbaten en -lasten.

Impairmenttest goodwill

Een stijgende rente zorgt voor een stijging van de disconteringsvoet (WACC) die gebruikt wordt voor de jaarlijkse impairmenttest van de goodwill (zie toelichting 6.12 Immateriële activa). Vanwege de aanzienlijke aanwezige ruimte tussen de boekwaarde en de bedrijfswaarde van de betreffende kasstroomgenererende eenheden, is het risico van een toekomstige afwaardering als gevolg van een verdere rentestijging, slechts in zeer beperkte mate aanwezig.

 De gevolgen van de macro economische ontwikkelingen worden continu gemonitord door de raad van bestuur. De vooruitzichten van de Groep voor de komende jaren zijn goed, gegeven onder meer de orders in portefeuille (die van goede kwaliteit is en een beperkt risicoprofiel kent) en de beschikbare ruimte in de financieringsfaciliteiten.

Stikstofproblematiek

De gevolgen van de stikstofproblematiek op de financiële resultaten van de Groep waren in 2022 relatief beperkt. Deze problematiek zorgt voor vertraging bij tenders op de grote infraprojecten. De vertraging op de uitvoering van onze projecten blijft vooralsnog beperkt. De mogelijke gevolgen van vertraging van de uitgifte van vergunningen wordt continu gemonitord. De vooruitzichten van de Groep voor de komende jaren zijn goed, gegeven onder meer de orders in portefeuille (die van goede kwaliteit is en een beperkt risicoprofiel kent) en de beschikbare ruimte in de financieringsfaciliteiten.

Klimaatgerelateerde zaken

Klimaatverandering biedt zowel risico‘s als kansen voor de Groep. Deze kunnen gevolgen hebben voor de middellangetermijnprognoses die ten grondslag liggen aan de waardering van activa.

In het jaarverslag is in bijlage 11.6.10 een overzicht van de kansen en risico’s in relatie tot klimaatverandering opgenomen. Uit dit overzicht blijkt dat de kansen groter zijn dan de risico’s. De Groep ziet geen aanleiding om zijn middellangetermijnprognoses neerwaarts aan te passen.

Per actiefpost zijn de overwegingen als volgt (in volgorde dat deze posten op de balans staan):

Materiële vaste activa

Het risico op afwaarderingen vanwege klimaatrisico’s is beperkt. De post bestaat uit (relatief) nieuw materieel dat aan de milieunormen voldoet en investeringen in onder meer een houtskeletfabriek (Industrieel Bouwen). Daarnaast is sprake van ouder materieel met relatief lage boekwaarde. Het ouder materieel wordt op termijn mogelijk minder inzetbaar. Dit geldt bijvoorbeeld voor oudere vrachtwagens met een te hoge uitstoot van broeikasgassen. Er is een plan om dit materieel te vervangen voor schoner materieel. Voor het oudere materieel bestaat (voorlopig in ieder geval nog) een tweede handsmarkt in met name 2e en 3e wereld landen waardoor de huidige restwaardes veelal nog worden gerealiseerd. Daarnaast kan ouder materieel dat bijvoorbeeld niet meer in binnensteden ingezet kan worden, nog wel daarbuiten worden gebruikt.

Gebruiksrechten geleasde materiële vaste activa

Vanwege de korte looptijd van de leases is de impact van klimaatrisico’s op de waardering beperkt.

Immateriële activa

Omdat de kansen groter zijn dan de risico’s (zie bijlage 11.6.10 van het jaarverslag) voor alle sectoren van Heijmans (waaronder de kasgenererende eenheden Bouw & Techniek en Infra waar de immateriële activa aan zijn toebedeeld), leiden klimaatrisico’s niet tot een grotere kans op afwaardering.

Joint ventures en geassocieerde deelnemingen

Deze post betreft hoofdzakelijk deelnemingen waarin grondposities zijn ondergebracht. Alle grondposities bevinden zich in Nederland. De behoefte aan woningen blijft groot en daarmee ook de behoefte aan grond om deze woningen op te bouwen. Op de zéér lange termijn bestaat het risico op onbruikbaarheid van grond vanwege overstroming. De Groep vertrouwt er op dat Nederland als welvarend land hier maatregelen tegen neemt. Hiervoor is nog voldoende tijd voorhanden. Het risico op afwaarderingen van deelnemingen waarin grond is ingebracht vanwege de impact van klimaatrisico’s is beperkt.

Daarnaast bestaat deze post uit de 50% deelneming in AsfaltNu. Op de lange termijn is de verwachting dat de behoefte aan wegen niet zal afnemen. Een milieuvriendelijker alternatief voor asfalt is nog niet voorhanden. De eisen ten aanzien van de uitstoot van broeikasgassen en andere schadelijke stoffen zullen naar verwachting steeds groter worden, waardoor de huidige asfaltfabrieken op termijn mogelijk niet meer bruikbaar zouden kunnen worden zonder aanvullende investeringen in schonere oplossingen. Het risico op afwaarderingen van de deelneming in AsfaltNu vanwege de impact van klimaatrisico’s is middelgroot.

Leningen verstrekt aan joint ventures

Deze post bestaat hoofdzakelijk aan leningen aan joint ventures waarin grondposities zijn ondergebracht. Zoals hierboven is aangegeven, is het risico op afwaarderingen van deze deelnemingen als gevolg van klimaatrisico’s beperkt en daarmee is ook het risico op leningen die aan deze deelnemingen zijn verstrekt beperkt.

Uitgestelde belastingvorderingen

Gezien de korte realisatietermijn is het risico op afwaarderingen vanwege de impact van klimaatrisico’s gering.

Strategische grondposities

Alle grondposities bevinden zich in Nederland. De behoefte aan woningen blijft groot en daarmee ook de behoefte aan grond om deze woningen op te bouwen. Op de zéér lange termijn bestaat het risico op onbruikbaarheid van grond vanwege overstroming. De Groep vertrouwt er op dat Nederland als welvarend land hier maatregelen tegen neemt. Hiervoor is nog voldoende tijd voorhanden. Het risico op afwaarderingen van grond vanwege de impact van klimaatrisico’s is beperkt.

Overige voorraden

Deze post bestaat hoofdzakelijk uit woningen in aanbouw en voorbereiding. Gezien de relatief korte realisatietermijn is het risico op afwaarderingen vanwege de impact van klimaatrisico’s gering.

Onderhanden werken

Gezien de relatief korte realisatietermijn is het risico op afwaarderingen vanwege de impact van klimaatrisico’s gering. Voor bepaalde projecten zijn specifieke klimaatdoelstellingen overeengekomen met opdrachtgever. Door beperkte beschikbaarheid van materieel met lage emissies, zijn deze in sommige gevallen moeilijk te halen, met mogelijke boetes tot gevolg. Indien van toepassing zijn deze al in de waardering verdisconteerd.

Handels- en overige vorderingen

Gezien de zeer korte realisatietermijn is het risico op afwaarderingen vanwege de impact van klimaatrisico’s per definitie gering.

Waardering van projecten

Voor een nadere toelichting van de belangrijkste uitgangspunten die bij de waardering van projecten worden gehanteerd, wordt verwezen naar toelichting 6.17 Onderhanden werken.

Voor het project Wintrack II geldt een verhoogde schattingsonzekerheid. De overeenkomsten betroffen de aanleg van nieuwe hoogspanningsmasten voor twee tracés: Eemshaven-Vierverlaten en Borssele-Rilland, uit te voeren door de combinatie Heijmans Europoles B.V., en hadden een contractsom van circa € 250 miljoen. Opdrachtgever TenneT heeft begin september 2018 de contracten primair ontbonden en subsidiair opgezegd. Partijen hebben over en weer aanzienlijke claims ingediend ten opzichte van de contractsom.

De Raad van Arbitrage heeft op 3 mei 2021 geoordeeld dat TenneT de overeenkomsten rechtmatig buitengerechtelijk heeft ontbonden. Op basis van dit vonnis heeft Heijmans in 2021 voorzichtigheidshalve ten laste van het resultaat van 2021 een voorziening van € 34 miljoen getroffen.

Met het eindvonnis van 7 april 2022 is de procedure in eerste aanleg afgerond. Zoals in 2021 al was aangekondigd, is Heijmans Europoles B.V. in beroep gegaan tegen het vonnis van 3 mei 2021, waarin arbiters bepaalden dat TenneT de Wintrack-overeenkomsten rechtmatig buitengerechtelijk heeft ontbonden. Het hoger beroep is destijds aangehouden in afwachting van het eindvonnis.

Het eindvonnis van 7 april 2022 bouwde voort op het tussenvonnis van 3 mei 2021, in die zin dat de vraag of de overeenkomsten rechtmatig buitengerechtelijk zijn ontbonden niet opnieuw aan de orde kwam. Arbiters hebben in de uitspraak van 7 april 2022 – kort gezegd – bepaald dat TenneT een deel van het niet-betaalde werk alsnog aan Heijmans Europoles B.V. moet betalen en dat Heijmans Europoles B.V. geen termijnbedragen hoeft terug te betalen. Het door TenneT gevorderde voorschot op schadevergoeding is afgewezen.

Hoger beroep wordt nu verder vervolgd. Daarin zal onder andere het oordeel van arbiters dat TenneT de overeenkomsten rechtmatig buitengerechtelijk heeft ontbonden, opnieuw aan de orde komen. Het restant van de casus kan nog enkele jaren in beslag nemen. Arbiters hebben wel bepaald dat het hoger beroep eerst moet zijn afgerond alvorens een eventuele schadevergoeding in een schadestaatprocedure kan worden bepaald.

Op grond van het vonnis van 7 april 2022 heeft Heijmans een bedrag van € 19 miljoen van de genoemde voorziening laten vrijvallen in het resultaat van 2022 en resteert per eind 2022 een voorziening van € 15 miljoen. Het deel van het niet-betaalde werk dat alsnog n.a.v. het vonnis van 7 april 2022 door TenneT aan Heijmans Europoles B.V. is vergoed, heeft een beperkte impact op het resultaat in 2022. Voor het overige zijn de claims van Heijmans Europoles B.V. richting TenneT niet gewaardeerd. Een uiteindelijk negatieve uitspraak, na afronding van het hoger beroep en de nog te voeren schadestaatprocedure, kan leiden tot een aanzienlijke uitstroom van middelen (boven op de reeds voorziene € 15 miljoen). 

De combinatie, gesteund door haar (externe) advocaten, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis en blijft vertrouwen houden in een gunstige eindafloop.

Financiering

In toelichting 6.22 zijn de voorwaarden van de financiering nader toegelicht. Een belangrijke voorwaarde is het behalen van de convenantratio's, met name de interest cover ratio, de leverage ratio en de solvabiliteitsratio. Een adequate beheersing van projectrisico's (zie hierboven), is voor het behalen van de ratio's van belang. Dit geldt eveneens voor het realiseren van het businessplan 2023 en meerjarenprognose.

Pensioenen

De belangrijkste actuariële uitgangspunten met betrekking tot het berekenen van de pensioenverplichtingen zijn in toelichting 6.23 uiteengezet. Voor verzekerde regelingen die de indexatie van het pensioenfonds voor de Bouwnijverheid volgen, bestaat er een verhoogd risico dat de Groep aanvullende stortingen zal moeten doen. In 2023 zullen deze bijstortingen naar verwachting circa € 12 miljoen bedragen vanwege het feit dat het pensioenfonds voor de Bouwnijverheid heeft besloten de pensioenen te indexeren met 15,44% vanwege de gestegen dekkingsgraad van dit fonds. Niet uitgesloten kan worden dat in de jaren na 2023 eveneens aanvullende stortingen moeten plaatsvinden.

Uitgestelde belastingvorderingen

Voor een nadere toelichting van de belangrijkste schattingselementen die bij de waardering van uitgestelde belastingvorderingen worden gehanteerd, wordt verwezen naar toelichting 6.15.

Strategische grondposities

Voor een nadere toelichting van de belangrijkste schattingselementen die bij de waardering van grondposities worden gehanteerd, wordt verwezen naar toelichting 6.16 Voorraden.

Immateriële activa

Voor de belangrijkste uitgangspunten, gehanteerd bij de jaarlijkse bepaling van de realiseerbare waarde van de immateriële activa wordt verwezen naar toelichting 6.12 Immateriële activa.

Deel dit verhaal